Australië

Europeanen die korter dan drie maanden in Australië verblijven, hebben een elektronisch visum (eVisitor visa) nodig voor hun reis. Zonder het elektronisch visum kun je niet inchecken voor je vluchten naar Australië en kom je het land niet in. De makkelijkste manier om het elektronisch visum te regelen is via deze website: https://immi.homeaffairs.gov.au/visas/getting-a-visa/visa-finder. Dit toeristenvisum is gratis.

Tip: in het documentnummer van het Nederlandse paspoort komt de letter “O” niet voor. Wel is het mogelijk dat het documentnummer het cijfer “0” (nul) bevat.

Het visum is 1 jaar geldig en je kunt er meerdere keren mee naar Australië reizen.

Het kan soms enkele uren/dagen duren voordat het visum wordt goedgekeurd. Ik raad je aan om het visum ruim voor vertrek in orde te maken. Houd er wel rekening mee dat je het visum aanvraagt met het paspoort waarmee je op reis gaat. Dus als je nog een nieuw paspoort moet aanvragen voor vertrek; vraag het visum dan met je nieuwe paspoort aan.

Het paspoort moet ten minste tot na de geplande terugreis nog geldig zijn. Voor een aantal Aziatische bestemmingen (bijvoorbeeld als je een stopover maakt) geldt dat je paspoort na terugkomst nog zes maanden geldig moet zijn. Check dit zelf of vraag mij om advies voor de specifieke bestemming.

Het weer in Australië is zeer wisselend. Zo kan het bij aankomst in Melbourne of Perth in de winter flink koud zijn, maar heb je in het noorden of in de Outback overdag alleen een korte broek en t-shirt aan. Het is verstandig ‘laagjeskleding’ mee te nemen. Dit is kleding die je makkelijk over elkaar heen kunt aantrekken, zoals een lange en een korte broek, een t-shirt en een trui, slippers en stevige schoenen en ook een windjack kan in de hoger gelegen gebieden of in de Australische wintermaanden erg handig zijn. Ik vond het volgende praktisch om mee te nemen op mijn Australië-reis:

– Belangrijke documenten zoals; paspoort, ziektekosten- en reis/annuleringsverzekering, creditcard en natuurlijk geld in de vorm van contanten en een bankpas.
– Dagrugzak
– Warm jack, regenjas/poncho, zwemkleding, slippers/sandalen
– Prettig zittende, goede (ingelopen) wandelschoenen die nat kunnen worden (let er hierbij op dat de zolen helemaal schoon zijn! Je mag namelijk geen aarde uit andere landen ‘invoeren’).
– EHBO pakket met o.a.: Pijn en koortsverlagende medicijnen, O.R.S. en diarreeremmers, pleisters en verband, jodium, anti insecten spray met DEET, zonnebrand crème met hoge factor (min. 30).
– Mocht je zelf medicijnen gebruiken, zorg er dan voor dat je voldoende voorraad meebrengt voor tijdens de reis. Een medicijnenpaspoort van je (huis)arts is dan ook aan te raden.
– Zonnebril, pet/hoed (echt een must in de hete Australische zomers)
– Verrekijker, fotocamera, opladers
– Wereldstekker

Australië is zó groot en divers dat er eigenlijk niet één beste reistijd is die voor het hele land geldt. Het land ligt op het zuidelijk halfrond, dus de seizoenen zijn tegenovergesteld aan die van ons. Maar door de enorme afstanden verschillen het klimaat en de omstandigheden per regio. Daarom is het belangrijk om je route slim te plannen. Geen zorgen: daar help ik natuurlijk bij!

Het noorden: tropisch en seizoensgebonden
In het noorden van Australië (denk aan Darwin, Kakadu, Cairns en de outback richting het noorden) heb je een tropisch klimaat met twee duidelijke seizoenen:
• Het droge seizoen loopt van mei tot en met oktober. Dit is de ideale tijd om het noorden te verkennen. Temperaturen zijn aangenaam, het is zonnig en de wegen zijn goed begaanbaar.
• Het regenseizoen loopt van november tot april. Dan is het warm en vochtig, met flinke buien en kans op overstromingen. Sommige wegen en nationale parken gaan dan (tijdelijk) dicht en excursies kunnen worden geannuleerd.
Reizen in het regenseizoen kan wel, maar vergt wat flexibiliteit en is niets iets wat ik echt adviseer.

Het zuiden: vier echte seizoenen
Het zuiden van Australië – met steden als Sydney, Melbourne, Adelaide en het eiland Tasmanië – kent een gematigd klimaat met vier seizoenen:
• De zomer (december tot februari) is warm en perfect voor stranddagen, festivals en roadtrips.
• De winter (juni tot augustus) kan fris zijn, vooral in Melbourne en Tasmanië. In de bergen kun je zelfs skiën.
• Het voorjaar en najaar zijn vaak ideaal qua weer én rustiger qua drukte.
Kortom: in het zuiden reis je vooral tussen oktober en april, tenzij je juist voor de rust of wintersport komt.

Het oosten en westen: iets ertussenin
Langs de oostkust (Brisbane, Byron Bay, Sydney) is het klimaat wat subtropisch, met warme zomers en milde winters. Het is hier eigenlijk het hele jaar door goed te bereizen.
De westkust (Perth en verder omhoog richting Exmouth) heeft droge zomers en zachte winters. In het noorden van West-Australië (bijv. Kimberley-regio) gelden weer de tropische seizoenen zoals in het noorden.

Ik plan altijd op maat – mét oog voor het seizoen
Of je nu in juni wilt reizen of in december: er is altijd een mooie route te maken. Ik houd bij het plannen van jouw individuele rondreis Australië rekening met het klimaat per regio, het seizoen, eventuele feestdagen en natuurlijk jouw eigen voorkeuren. Zo haal je het meeste uit je reis en sta je niet ineens voor een gesloten park of natte verrassing.

Het tijdverschil met Australië hangt af van waar je bent én van de periode waarin je reist. Australië heeft drie tijdzones en sommige staten doen aan zomertijd. In onze winter is het verschil groter dan in onze zomer. Reken op een tijdverschil van 7 tot 10 uur, afhankelijk van je route.
Dat betekent ook: jetlag alert. Vooral bij een korte reis of als je meteen na aankomst iets gepland hebt, is het slim om hier rekening mee te houden. Geen zorgen, ik help je met een reisschema dat het verschil wat verzacht – zodat je relaxed aan je reis begint!